Vmbo beroepsgericht

Praktisch en praktijkgericht

De leerlingen doen gedurende de hele opleiding praktische vaardigheden op die ze in een later beroep nodig hebben. Wat ze leren, wordt zo veel mogelijk direct toegepast. Als ze bijvoorbeeld bij informatiekunde leren werken met Powerpoint of Prezi, maken ze een verplichte presentatie voor een ander vak meteen in zo’n programma. Praktijkervaring doen leerlingen op in stages en door maatschappelijke activiteiten. Zo organiseren ze een Zonnebloem-verwendag voor mensen met een lichamelijke beperking of bereiden ze maaltijden voor groepen.

Bauke de Boer
Nask is het leukste vak

Leerpleinen en profielen

In het vmbo is er vanaf het begin aandacht voor loopbaanleren en oriëntatie op mogelijke beroepen. In het eerste leerjaar krijgen leerlingen les op de drie leerpleinen van Economie & Ondernemen, Sport & Veiligheid en Zorg & Welzijn. Leerpleinen zijn volledig ingerichte praktijklokalen. In het tweede leerjaar maken ze kennis met de twee profielen waaruit ze aan het einde van de tweede een keuze moeten maken. Dat zijn Economie & Ondernemen en Zorg & Welzijn.

In de bovenbouw hebben leerlingen bij elk profiel algemene vakken, zoals Nederlands, Engels en wiskunde, en profielvakken. Ook hebben ze een aantal beroepsgerichte vakken die ze zelf kunnen kiezen uit een ruim aanbod, zoals Webshop, Presentatie en styling, Welzijn en ouderen, Keuken, en EHBO. De profielkeuze en de keuzevakken laten nog voldoende ruimte om op het mbo een andere richting in te gaan.

Naar het mbo

Leerlingen met een diploma vmbo-basis gaan naar het mbo en kunnen zich inschrijven bij verschillende niveau-2-opleidingen. Leerlingen met een diploma vmbo-kader kunnen terecht bij opleidingen op niveau 3 en 4 van het mbo. Deze hoogste niveaus van het mbo leiden de leerlingen op voor leidinggevende functies. Van hen worden meer zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en organisatievermogen verwacht.